· 

Nog heel even...

'Nog heel even zeiden' ze,

terwijl ik bad tot God.

Nog heel even voor de deuren open gaan,

en je vrij zult leven.

Nog heel even...

 

Ik smeekte om kracht,

ik vroeg om mij geduld te leren.

' Nog heel even' bleven ze fluisteren in mijn oor.

 

Ik werd onzeker,

ik brak mijn eigen gelofte weer.

Ik kon de onzekerheid niet langer dragen,

en toen brak ik simpelweg.

 

Ik huilde alle pijn en onzekerheid eruit,

de angsten die mij diep waren ingeprent.

Ik liet diep verdriet los waarvan ik geen weet had,

en ze bleven fluisteren: 'Nog heel even'.

 

Ik liet me gaan, stapte door de volgende deur,

maar daar hielden ze mij tegen.

'Hij is nog niet klaar' , waren de woorden toen.

Dus besloot ik mezelf klaar te maken,

door de angst heen te gaan en niet meer om te kijken.

 

Wat ik zag, was nog niet gebeurd,

geduld werd weer beproefd. 

Tijdens het wachten, besloot ik niet meer te wachten.

Ik was het zelf, die mezelf tegen hield.

Dus ik besloot de barriere zelf te doorbreken.

 

'Nog heel even'

Klonk het weer opnieuw.

Ik werd boos, ik werd razend,

ik huilde en brak weer opnieuw.

Wanneer is het ooit klaar?, smeekte ik naar hen.

Tot ik bedaarde, accepteerde,

losliet wat was of niet was.

 

Ik zat het uit,

ik dronk water, ik dronk de wijn.

Ik keek de duivel in zijn ogen,

die mij verleidde te zijn wie ik niet ben.

Ik dronk meer water, meer wijn,

ik liet me onderdompelen in de wijn Gods.

 

Hij nam mijn gebeden serieus,

stuurde mij meer wanhoop en nog meer verdriet.

Nog meer pijn, nog meer licht,

de wonden reikten diep, maar het licht was groter.

 

'Nog heel even' klonk het weer,

"Zal ik mijn hele leven deze lasten dragen?" Vroeg ik aan hen.

Zij antwoordde: 'Nee, je zult vrij zijn'

"Als ik dood ben', antwoordde ik sceptisch.

"Nee, je zult vrij leven" antwoordde zij terug.

Instemmend ging ik akkoord, maar velen vragen rezen in mij op.

 

'Je zult het zien' beantwoordde zij mijn nog niet gestelde vraag.

En loslaten was de enige optie, weer verder gaan,

de pijn dragen als een gift, de pijn transformeren,

weten dat er licht is, ergens.

 

Op mijn knieën kroop ik door het stof,

ik koos voor meer, omdat het mij zou bevrijden.

Vele zielen, droeg ik mee in mijn bewustzijn,

omdat zij mij zijn, en ik hen.

'Je zult ze dragen met trots',

waren de woorden voor ik ter aarde kwam.

Die trots werd kracht, maar ook een nederig hart.

 

'Je bent er bijna'

klonk vervolgens de fluistering.

Maar "bijna", wat is nu bijna?

Helemaal niets.

 

Onverwacht kroop de duivel op schoot,

vermomd in 'Zijn' mooie energie.

Maar ik doorzag, Hij was het niet.

Ik prikte hem in zijn gedaante met mijn lichtstalen lans,

hij kon verdwijnen. 

Toen pas kon ik helder zien en voelen.

"Ik ben er bijna"

 

'Nog heel even",

vertel ik Hem zachtjes.

Dan zullen deze lichtvelden weer van jou zijn,

het licht brand ook voor jou.

'Nog heel even'

Fluisterde ik weer.

'Dan zullen we weer samen zijn,

zoals jij ons herinnerd hebt en meer.'

 

Zonder de aanwezigheids God,

hoe kwam ik bij zijn licht?

Hoe kwam ik terug in zijn bewustzijn?

In zijn hoofd en gedachten?

Hij begon zachtjes te huilen, ik streelde hem.

'Alles komt goed", zei ik hem daarna zachtjes.

Ik omhelsde en kuste hem.

 

Ik dankte uitbundig, tot God, tot hen.

'Het komt nu goed'

Zeiden ze herhaaldelijk en helder,

'nog heel even en ook Hij zal klaar voor je zijn'

Ik realiseerde mij: 'Ik wacht op mezelf om klaar te zijn',

'Nog heel even', zei ik hem vol goede moed,

'Nog heel even, ik zal er zijn'

 

©Nuria

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0